Niet dezelfde taal, maar wel verbonden door passie voor vak
VIDEO:
Ze spreken elkaars taal niet. Maar delen dezelfde passie voor een vak. ,,Dat herken je en zo begrijp je elkaar.” De Herenstraat in Voorburg wordt er een verrassende Pop-up Bazar van.
De glinstering in de ogen van Mustafa Saeed is onmiskenbaar als hij over de klok praat die hij thuis in Voorburg heeft schoongemaakt en gerepareerd op verzoek van vakgenoot Jan-Bert van Laren. Zo’n typisch Nederlandse Sallandse klok had de klokkenmaker uit de Syrische kustplaats Latakia nog niet eerder in handen gehad, zegt hij stralend. ,,Antieke klokken zie je in Syrië niet. Wel een enkele staande klok voor in huis en klokken voor de industrie. Horloges zijn de echte statussymbolen in Syrië. Rolex, Omega, Breitling. Ik verkocht, repareerde en deed het onderhoud van voornamelijk horloges in Latakia.” Vóór zijn vlucht.
Het begrip ‘tijd’ wordt in het strak georganiseerde Nederland anders gevoeld dan in Syrië. ,,Wij zeggen ‘de tijd is van goud”’, vertelt Saeed lachend. ‘Je neemt de tijd, vooral om elkaar te ontmoeten’, is de Nederlandse vertaling daarvan uit het Arabisch.
Universeel
Vanwege die ontmoeting én omdat uurwerken voor vakmensen waar ook ter wereld universeel zijn, ontstond het contact tussen Saeed en Van Laren. Saeed kwam voor zijn Voorburgse collega als geroepen. ,,Ik was al een tijd op zoek naar een klokkenmaker omdat ik het werk niet meer alleen aankan. Oproepen op Facebook leverden niets op”, zegt Van Laren in zijn ‘tijdwinkel’ in de Herenstraat, die hij in 2011 overnam van de – ook letterlijk – oude eigenaar.
Dat Saeed en hij elkaar vonden, komt door Esseline van de Sande van De Stadscoalitie. Zij is initiatiefnemer van het bij elkaar brengen van voor oorlog gevluchte talenten en Nederlandse specialisten in hetzelfde beroep. Niet alleen de klokkenmaker, ook een modeontwerper, schoenmaker, kok, patissier en muzikanten.
Ze komen vrijdag 27 en zaterdag 28 oktober samen in vrijwel alle winkels in de Voorburgse Herenstraat. Een Pop-up Bazar, noemt Van de Sande het. ,,Het leuke van deze Herenstraat is dat het in de winkels om vakmanschap draait. De klokkenwinkel, bruidswinkel, schoenmakerij. Zo dicht bij Hofwijck, waar Christiaan Huygens heeft gewoond, de ontdekker van onder meer het slingeruurwerk. Je vóelt hier die sfeer waarin een kans ontstaat op de uitwisseling tussen vakmensen, samenwerking en versterking van elkaars netwerken. Want dat is waar het vaak misgaat in het benaderen van vluchtelingen. Dat we hun talenten geen kans geven”, zegt Van de Sande die zelf in Syrië heeft gewoond en Arabisch spreekt.
Zoals Taissir Al Kabbani, modeontwerper uit Syrië. Haute couture. Taissir had in Syrië een atelier met veertig werknemers. Hij heeft grote sterren gekleed in eigen land, Egypte en Libanon. Van de Sande: ,,Taissir heeft een huis toegewezen gekregen in Westland. Tussen de tomaten kan hij zijn talent niet kwijt. Ik heb onlangs een opiniestuk geschreven, waarin ik er voor pleit beter te letten op de talenten van de mensen die hier komen. Zeker ook in relatie met de plek waar ze komen te wonen.”
Paspop
Van de Sande vindt het ‘fantastisch’ dat de ondernemers de Bazar een kans willen geven. ,,Als het klikt is het prachtig. Zo niet, is het ook goed. Maar dan hebben we een podium gekregen om het te proberen. De Bazar biedt niet alleen ondernemers een nieuwe culturele en economische interventie, maar draagt ook naar het publiek de boodschap uit van verbinding, diversiteit en vernieuwing.”
Taissir Al Kabbani drapeert binnen een paar minuten twee lappen stof tot een avondjurk op een paspop. De pop staat in het atelier van bruidswinkel AllureCouture van Eva Roelandt, waar Al Kabbani volgend weekeinde een topstuk presenteert. Thuis in Westland gemaakt op een paspop en naaimachine van Roelandt.
Ze kijkt geroerd naar de zwierige manier waarop Al Kabbani met de stof bezig is. ,,We hebben allebei de passie om een vrouw te laten stralen”, zegt ze. ,,Daardoor begrijpen we elkaar meteen. Ook al spreek ik geen Arabisch en Taissir een beetje Nederlands. Ik zie het ook bij mijn coupeuse uit Azerbeidzjan. Ze werkt net als Taissir direct op de pop. Direct vanuit haar hart. Ze zegt altijd: ‘De dag dat ik niet meer kan naaien, wil ik dood’. Die passie zie ik bij Taissir ook.”