Gevangen in vrijwilligheid

Ervaring als vrijwilliger werkt nieuwe Nederlanders bij sollicitaties juist tégen.

Gepubliceerd in de Volkskrant 4 januari 2021 door Razan Damlakhi & Esseline van de Sande

Je vrijwillig inzetten voor de samenleving is een groot goed in Nederland. Van nieuwkomers wordt dat ook verwacht. Maar hen betalen, zou veel beter zijn. Nederland is wereldwijd koploper in vrijwilligerswerk. Wat wordt vergeten is dat vrijwilligheid ongelijkheid in de hand werkt en vele getalenteerde personen aan het lijntje houdt. Vooral nieuwe Nederlanders worden uitgesloten door onze cultuur van vrijwilligheid.

Nederland is terecht trots op zijn vrijwilligers. Jarenlang onbetaald vrijwilligerswerk is vaak de solide basis van van een voordracht voor een stadsprijs of een koninklijk lintje. Er wordt wel gezegd dat vrijwilligers het cement van onze samenleving vormen. Het CBS berekende over 2017 dat bijna de helft van de Nederlanders boven de 15 jaar zich minimaal één keer per jaar vrijwillig inzet.

Uit onderzoek blijkt dat het helpen van anderen je gezonder, vrolijker en relaxter maakt. Geen wonder dat aan het begin van de corona pandemie het aantal vrijwilligers bij het Rode Kruis in een paar dagen groeide met twintigduizend mensen. Vrijwilligerswerk levert ook wat op: je leert nieuwe mensen kennen, je bouwt een netwerk op, je vijzelt je cv op en voelt je van nut.

Maar wie zijn eigenlijk die vrijwilligers? We denken vaak aan gepensioneerden of aan hen die de vrijwillige rol uitvoeren naast een betaalde baan. Maar er is ook een andere groep vrijwilligers: nieuwe Nederlanders die zelf iets terug willen doen voor de samenleving of die vanwege de Participatiewet worden gevraagd om als vrijwilliger te werken ter behoud van hun uitkering. Voor hen heeft vrijwilligheid een geheel andere betekenis.

De Participatiewet vraagt nieuwe Nederlanders een ‘leer-werktraject’ te volgen om iets terug te doen voor de maatschappij, liefst betaald maar tenminste als vrijwilliger. De cynische praktijk is dat in veel gevallen na het eerste traject, het volgende volgt onder het motto: ‘Je moet je taal beslist nog verder verbeteren en de Nederlandse werkcultuur beter leren kennen.’ Dit gijzelt mensen jarenlang in vrijwilligheid zonder perspectief op een duurzaam betaalde baan. 77% van deze groep ontvangt bijstand.

SLEUTELPERSONEN

Onder de noemer ‘sleutelpersonen’- ervaringsdeskundigen die zelf gevlucht zijn en die in hun land van herkomst veelal als zorgprofessional werkten- worden nieuwe Nederlanders getraind en veelal onbetaald ingezet door o.a. de GGD, of Vluchtelingenwerk en Pharos. Die organisaties loven deze vrijwillige experts in glanzende folders voor hun cruciale werk als voorlichter, bemiddelaar, verkenner en adviseur. De sleutelpersonen weten precies hoe ze de doelgroepen cultureel moeten benaderen en spreken de taal. Hun werk zorgt voor sociale cohesie en verbinding rond kwesties als inburgering, welzijn, zorg en radicalisering. In tijden van corona gaan zij de wijk in en helpen bij het beschermen van de volksgezondheid. Maar in Nederland vrijwilligersland is een betaalde baan voor deze professionals eerder uitzondering dan regel.

Zo vertellen diverse sleutelpersonen dat als ze solliciteren op betaalde relevante functies bij de overheid of het bedrijfsleven ze juist worden afgewezen op grond van hun vrijwilligerswerk. “Ik zie dat je vooral als vrijwilliger hebt gewerkt, daar heb je geen diploma voor nodig… echte experts doen dergelijk werk niet onbetaald.”
Je zou verwachten dat opgedane relevante vaardigheden in het voordeel van de sleutelpersoon werken. Niets is minder waar. Een betaalde functie blijft onbereikbaar. Dit maakt mensen radeloos en het zet ze gevangen als tweederangsburgers. Overigens is een mentaliteitsverandering van twee kanten nodig. Zolang sleutelpersonen hun urgente werk gratis en voor niets blijven uitvoeren, ondermijnt dit de marktpositie van alle sleutelpersonen en blijft de cyclus van uitbuiting in stand.

Toch klopt de titel sleutelpersoon aangezien deze experts– naast hun vrijwillige werkzaamheden voor de gezondheidsorganisaties – te pas en onpas door overheden worden benaderd. Nieuwe wetten en regels leveren extra werk op. Denk aan de nieuwe Donorwet. Een sleutelpersoon legt op maat uit hoe deze wet in elkaar zit waardoor het begrip groeit en nieuwe burgers zich als donor registreren. De sleutelpersoon wordt gratis ingezet en levert de noodzakelijke dienst waartoe de betaalde professional niet toe in staat is.

ONDERZOEKSMATERIAAL

Ook universiteiten en onderzoeksinstanties gaan niet vrijuit. Nieuwe Nederlanders worden eindeloos bevraagd om uit te vinden wat er werkt, wat er misgaat en wat ervan te leren valt. Maar gratis meewerken aan onderzoek is opnieuw een vorm van uitbuiting en mensen voelen zich, terecht gebruikt als onderzoeksmateriaal. Het ene na het andere rapport verschijnt vol bruikbare conclusies, maar de armoede blijft in stand en de mensen haken steeds verder af, terwijl de samenleving snakt naar hun bijdrage.

Het participatiesysteem is een manier om mensen klein te houden. Onder het mom van vrijwilligheid ontnemen we getalenteerde mensen de kans om voor zichzelf te zorgen. Het alternatief ligt voor de hand. Kijk naar talent en expertise. Handel vanuit wederkerigheid, signaleer ongelijkheid en betaal mensen voor hun werk. Een inclusieve werkvloer brengt bovendien innovatie en leidt tot een gezondere, welvarender samenleving.

Over Esseline van de Sande

Auteur, Stadspsycholoog & oprichter directeur De Stadscoalitie Author, Urban Psychologist & founding director The City Coalition
Dit bericht werd geplaatst in Discriminatie, Economy, Nederland en getagged met , , . Maak dit favoriet permalink.

Een reactie op Gevangen in vrijwilligheid

  1. Dit is op From guestwriters herblogden reageerde:
    In heel wat landen wordt het werk van vrijwilligers onderschat. Men moet ook beseffen dat heel wat werk indien het niet zou gedaan worden door mensen die zich vrijwillig en onbetaald inzetten, een heel kostelijke grap zou worden voor de maatschappij en zelfs nog meerdere mensen in problemen brengen dan er nu al zijn.

    Groot gevaar is natuurlijk hoe ver men het laat komen bij en voor vrijwilligheid, want een staat of gemeenschap kan zich makkelijk van haar taken onttrekken met het besef dat het dan wel zou gedaan worden door vrijwilligers of naastenliefde hebbende burgers. En daar staat dan de deur open voor de profiteurs en groepen die genoeg geld hebben maar het niet willen uit geven, liever profiterend van hen die zij ‘naïevelingen’ noemen.

    Onze welvaartsstaat moet beseffen dat iedereen haar verantwoordelijkheid moet nemen en dat iedereen naar werken hoort gerespecteerd en betaald te worden. Een eerlijke verdeling gaat armoede en uitsluiting vermijden en uiteindelijk de economie ten goede komen en de cultuur verrijken.

Plaats een reactie